Foto: Bart Kerklaan

Douane - algemeen

In dit dossier is alles te vinden over de douane en het boetebeleid, controles Douanevervoer en sanctiewetgeving.

Afgifte MRN bij voorafaangifte NCTS

In het New Computerised Transit System (NCTS) versie 11.00 wordt met ingang van zaterdag 13 maart 2021 de volgende wijziging doorgevoerd: In de logistieke keten is het voor aangevers van belang dat er voor een zending in NCTS een Movement Reference Number (MRN) afgegeven wordt. Dit nummer kan tijdens de hele vervoersbeweging dienen om de goederen te identificeren.

In de huidige situatie wordt er een MRN afgegeven en aan de aangever medegedeeld (IE028) als de goederen zijn aangebracht op het Kantoor van Vertrek en de aangifte is aanvaard. In de nieuwe situatie wordt het MRN gegenereerd en aan de aangever medegedeeld (IE928) direct na ontvangst en verwerking van de aangifte in NCTS. Dit geldt voor aangiften waarvan de goederen nog niet zijn aangebracht op het Kantoor van Vertrek (de voorafaangifte) en voor volledige aangiften in de standaard procedure en de vereenvoudigde procedure.

Boetebeleid

De afhandeling van strafzaken ligt sinds 1 januari 2008 bij het Openbaar Ministerie (Wet OM-afdoening). Dat betekent dat het OM een zogenoemde strafbeschikking zal opleggen. Als iemand het niet eens is met de aan hem opgelegde strafbeschikking, kan hij binnen 14 dagen bezwaar maken door verzet in te stellen bij het OM. Het OM zal aan de hand van de motivatie moeten beoordelen of de strafbeschikking aangepast dan wel vernietigd moet worden en anders doorsturen naar de strafrechter.

De Wet OM-afdoening strekt zich ook uit tot strafrechtelijke handelingen op douane- en accijnsgebied. Op deze handelingen kan een ‘fiscale strafbeschikking’ (FSB) worden opgelegd. De bevoegdheid hiertoe ligt echter bij de douane. Het accepteren van de FSB wordt gezien als een erkenning van schuld.

Is de verdachte het niet eens met de FSB dan moet de verdachte zelf het initiatief nemen door ‘verzet’ in te stellen bij de Officier van Justitie (OvJ). De termijn om in verzet te gaan is in de regel 14 dagen na dagtekening van de FSB. Het niet of niet tijdig reageren, betekent dat de FSB definitief wordt, geen verdere rechtsmiddelen openstaan en het bedrijf daarmee schuldig wordt bevonden. Een fiscale strafbeschikking leidt alleen tot een aantekening op het strafblad als het een misdrijf betreft.

Indien de verdachte in verzet gaat, zal de OvJ op basis van alle beschikbare informatie, het feitencomplex en de motivatie in het verzetsschrift besluiten om het:

  • het verzet toe te wijzen, waarmee de FSB komt te vervallen; of
  • de FSB te wijzigen (bijvoorbeeld de hoogte van het bedrag); of
  • het verzet af te wijzen en de zaak (in principe) voor de strafrechter te brengen.

 

Indien de zaak voor de strafrechter wordt gebracht en de rechter de verdachte veroordeelt, leidt dit altijd (dat geldt ook voor overtredingen) tot een aantekening op het strafblad.

 De Wet OM-afdoening heeft geen betrekking op:

  • Bestuurlijke boeten.
  • Het aantal strafbare feiten en de hoogte van de strafrechtelijke boetes.
  • De fase voorafgaand aan de strafoplegging, te weten de controle, het opsporingsonderzoek en het opmaken van een proces-verbaal.
  • De partij die als verdachte wordt aangemerkt. Bij douanedelicten wordt (en blijft) vaak het bedrijf als verdachte aangemerkt en niet bijvoorbeeld de declarant of de bestuurder. Tenzij deze natuurlijke personen uiteraard aanzetten tot een strafrechtelijke handeling.

Controles Douanevervoer

De Douane maakt voor haar controles gebruik van een geautomatiseerde analyse- en selectiemodule. Dat betekent dat berichten uit het New Computerised Transit System (NCTS) worden omgeleid en op het moment dat een risicoprofiel wordt geraakt, de zending wordt gestopt en de aangever of vergunninghouder geen toestemming tot vertrek of lossing ontvangt.

De belangrijkste uitgangspunten van de controlemethodiek:

  • Het aantal controles is beperkt en is vooral gericht op specifieke risico’s.
  • Bij de controleselectie wordt rekening gehouden met de AEO-status van partijen (=controlekorting).
  • Een controle wordt uitgevoerd op een logistiek ‘rustpunt’ (bij vertrek of lossing).
  • Indien een zending geselecteerd wordt, ontvangt een Toegelaten Afzender of Toegelaten Geadresseerde niet het elektronisch bericht ’toestemming tot vertrek’ (IE029) of ’toestemming tot lossing’ (IE043). Het bedrijfsleven ontvangt (vooralsnog) geen apart controlebericht;
  • Indien er geen bericht ’toestemming tot lossing’ wordt ontvangen mag/mogen:
    – bij verzegeld vervoer het vervoersmiddel niet worden geopend;
    – bij onverzegeld vervoer de goederen wel worden gelost. De geselecteerde zending moet ter beschikking van de douane worden gehouden.
  • De douane heeft in principe 2 uur de tijd om de goederen te controleren.

Advies Fenex
De invoering van deze controles heeft ook gevolgen voor de werkwijze en procedures van het bedrijfsleven. Wij adviseren daarom het volgende:

  • Wordt er geen toestemming tot vertrek of lossing ontvangen direct nadat de aangifte douanevervoer of het aankomstbericht is verstuurd? Informeer zo snel mogelijk de betrokken partijen zoals de vervoerder, de laad- of loslocatie en eventueel de klant.
  • Bij twijfel over een storing in het NCTS-systeem, kijk op douane.nl onder onderhoud & storingen of neem contact op met de Nationale Helpdesk Douane (088-1566655).
  • Meldt structurele problemen gemotiveerd aan het secretariaat van Fenex (secretariaat@fenex.nl onder vermelding van ‘controles douanevervoer’).

Let op: Het zonder toestemming wegvoeren of lossen van de goederen is een strafrechtelijke handeling. Hiervoor kan de douane een fiscale strafbeschikking opleggen.

 

 

Sanctiewetgeving

De Nederlandse wetgever verwacht dat ieder bedrijf dat te maken krijgt met export of doorvoer op de hoogte is van de geldende sanctiewetgeving, en binnen de bedrijfsvoering maatregelen heeft genomen om overtreding van deze wetgeving te voorkomen.

Wat is sanctiewetgeving?
Er is geen wet of verordening waar alles in staat. Sancties ontstaan namelijk doordat Nederland of de EU sancties opleggen aan landen, bedrijven of personen om zo de vrede of de veiligheid te bevorderen, of om landen te bewegen het beleid te veranderen. De meest voorkomende sancties zijn:

  • Wapenembargo’s: verbod op de import/export van bijvoorbeeld wapens, beschermende kleding en legervoertuigen.
  • Inreis- en visumbeperkingen voor bepaalde personen.
  • Handelsbelemmeringen: verbod op import/export van bepaalde goederen, programma’s en technologie.
  • Financiële sancties: gericht tegen hoogwaardigheidsbekleders van een land of tegen terroristische organisaties en personen. Een financiële sanctie kan het bevriezen van het banksaldo zijn, maar ook een algeheel verbod op de financiële transacties van en naar een bepaald land.

Omdat sancties gebaseerd zijn op politieke besluitvorming kan het ook snel aangepast worden. Het is dus belangrijk om vaak na te kijken of er veranderingen zijn doorgevoerd die van belang zijn voor jouw bedrijf.

Waarom is sanctiewetgeving belangrijk voor expediteurs/vervoerders?
Iedereen moet sancties naleven. Ook expediteurs en vervoerders moeten dus goed opletten. Niet alleen zullen veel huisbanken dat eisen, maar het kan ook voorkomen dat expediteurs/vervoerders zelf aansprakelijk worden gesteld. Een goed voorbeeld is een zaak uit 2017. Nadat de vervoerder al een aantal keer goederen had vervoerd zonder de juiste vergunning, werd de vervoerder in april 2014 veroordeeld tot een geldboete van 50.000 euro omdat het drones had doorgevoerd, die ook voor militaire doeleinden gebruikt konden worden.

Lees meer over de sanctiewetgeving in de praktijk in het document over Sanctiewetgeving dat Fenex samen evofenedex heeft samengesteld.

 

 

Werkwijze retourneren lege emballage en lege verpakkingsmiddelen na Brexit

Van de Douane ontvingen wij onderstaande werkwijze hoe moet worden omgegaan met lege emballage en lege verpakkingsmiddelen die retour komen vanuit het Verenigd Koninkrijk na 31 december 2020.

Bericht van de Douane:

Inleiding

In het kader van de Brexit zijn vragen gesteld over hoe gehandeld moet worden met uit derde landen terugkerende lege emballage/verpakkingsmiddelen geschikt voor herhaald gebruik. U kunt hierbij onder meer denken aan (bier)fusten, bloembakken, kratten, etc.

De emballage vertrekt “vol” vanuit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk en komt “leeg” terug om opnieuw gebruikt te worden. Lege emballage die nu terugkeert uit het Verenigd Koninkrijk heeft nu (nog) meestal de douanestatus van Uniegoederen en kan in beginsel zonder formaliteiten hergebruikt worden.

Vanaf 1 januari 2021 is het Verenigd Koninkrijk een derde land en zijn de standaard douaneformaliteiten van toepassing. De (gevulde) emballage verliest de douanestatus van Uniegoederen zodra ze het grondgebied van de Unie heeft verlaten. Vanaf dat moment heeft ze de douanestatus van niet-Uniegoederen. Als de (lege) emballage terugkeert in de Unie, krijgt ze niet automatisch de douanestatus van Uniegoederen terug. Dit betekent dat ze niet zonder douaneformaliteiten haar weg kunnen vervolgen of hergebruikt kunnen worden. Zowel in het kader van binnenbrengen in het grondgebied van de Unie als voor het plaatsen van goederen onder een douaneregeling, moeten formaliteiten worden vervuld.

Formaliteiten voor binnenbrengen

Voor uit een derde land terugkerende lege emballage moet, net als voor vrijwel alle andere goederen die vanuit een derde land de Unie binnenkomen, een aangifte bij binnenkomst (ook wel Entry Summary Declaration – ENS) gedaan worden. Ook moet in de (lucht)haven van lossing uit het binnenkomende vervoermiddel een aangifte tot tijdelijke opslag (ATO) gedaan worden.

Voor meer informatie over binnenbrengen van goederen van buiten de Unie, kunt

u terecht in het Handboek Douane, onderdelen 10.00.00 (binnenbrengen via zee)

en 10.50.00 (binnenbrengen door de lucht. De vindplaatsen zijn respectievelijk

Formaliteiten om goederen onder een douaneregeling te plaatsen
Voordat de terugkerende lege emballage opnieuw gebruikt kan worden, moet ze in het vrije verkeer gebracht worden of onder een andere douaneregeling geplaatst worden. Ook is het mogelijk om de emballage eerst onder de regeling extern douanevervoer (NCTS – T1) naar een bedrijfslocatie te vervoeren en daar in het vrije verkeer te brengen of onder een andere douaneregeling te plaatsen.

In het vrije verkeer brengen
Om de terugkerende lege emballage de Unie-status (terug) te geven moet een aangifte voor het vrije verkeer gedaan worden. Als aangetoond wordt dat het om terugkerende lege emballage gaat die oorspronkelijk uit de Unie is uitgevoerd, wordt vrijstelling van douanerecht verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. De lege emballage moet binnen drie jaar na uitvoer zijn teruggekeerd. Bij buitengewone omstandigheden kan dit verlengd worden. Buitengewone omstandigheden moeten altijd van geval tot geval beoordeeld worden;
  2. De lege emballage moet terugkeren in dezelfde staat als dat ze is uitgevoerd. Slijtage e.d. als gevolg van normaal gebruik is toegestaan.
  3. Er moet aangetoond worden dat het inderdaad gaat om terugkerende lege emballage die eerder is uitgevoerd uit de EU. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van:
  1. toegang tot de relevante gegevens van de douaneaangifte op basis waarvan de emballage oorspronkelijk uit het douanegebied van de Unie werden uitgevoerd;
  2. een door het bevoegde douanekantoor gewaarmerkte afdruk van de douaneaangifte op basis waarvan de emballage oorspronkelijk uit het douanegebied van de Unie werden uitgevoerd;
  3. een door het bevoegde douanekantoor afgegeven document met de relevante gegevens van deze douaneaangifte;
  4. een door de douane afgegeven inlichtingenblad (INF3) waarin wordt verklaard dat de voorwaarden voor vrijstelling van invoerrechten zijn vervuld;
  5. andere informatie waaruit blijkt dat de voor het vrije verkeer aangegeven emballage oorspronkelijk uit het douanegebied van de Unie is uitgevoerd en op dat moment voldeed aan de voorwaarden om vrijstelling van invoerrechten als terugkerende goederen te krijgen. Voor meer informatie kunt u terecht in Handboek Douane, onderdeel 25.00.00. (https://www.belastingdienst.nl/bibliotheek/handboeken/html/boeken /HDU/terugkerende_goederen.html)

De aangifte voor in het vrije verkeer brengen kan gedaan worden met een douaneaangifte in de normale procedure, een vereenvoudigde aangifte of door inschrijving in de administratie van de aangever. De aangifte voor het vrije verkeer kan daarnaast gedaan worden met een op de mondelinge aangifte gebaseerde procedure. (De “klassieke” mondelinge aangifte is praktisch gezien niet mogelijk bij deze goederenstroom. Redenen hiervoor zijn dat de “klassieke” mondelinge aangifte pas na aankomst en lossing van de goederen gedaan kan worden, er altijd een bevoegde douaneambtenaar beschikbaar moet zijn bij wie de mondelinge aangifte gedaan kan worden, er altijd iemand aanwezig moet zijn die de mondelinge aangifte kan doen, de Douane een (elektronisch) bericht nodig heeft waarmee de ATO gezuiverd kan worden en waarmee dit ook achteraf aangetoond kan worden en omdat geen enkele vorm van risicoselectie mogelijk is.)

Let op:

Gezien de verwachte omvang van de stroom terugkerende lege emballage via de ferry-verbindingen met het Verenigd Koninkrijk en de specifieke logistieke uitdagingen bij het ferry-verkeer, wordt deze werkwijze vooralsnog alleen toegestaan bij terugkerende lege emballage die per ferry het douanegebied van de Unie via Nederland wordt binnengebracht. Als hier een daadwerkelijke behoefte aan bestaat in andere logistieke processen kan na overleg met de Douane de werkwijze op een later tijdstip ook in die andere processen worden toegestaan.

In bijlage 1 bij dit document is de procedure opgenomen die daarbij gevolgd moet worden.

Douane Rotterdam Haven zal rechtstreeks contact opnemen met de ferry-maatschappijen in Nederland en is bezig met het opstellen van een brief.

Tijdelijke invoer
Het is ook mogelijk om lege emballage die bestemd zijn om gevuld weer te worden wederuitgevoerd, onder de regeling tijdelijke invoer te plaatsen. Vergeleken met in het vrije verkeer brengen heeft dit zowel voor- als nadelen.

Voordelen

  • Bij gebruik van de regeling tijdelijke invoer is het niet nodig om aan te tonen dat de emballage oorspronkelijk is uitgevoerd uit de Unie.

Nadelen

  • Er is een vergunning voor de regeling tijdelijke invoer nodig;
  • Er moet aangetoond worden dat de binnen een bepaalde termijn de Unie weer hebben verlaten. Als dat is toegestaan in de vergunning mag de regeling tijdelijke invoer ook aangezuiverd worden met de wederuitvoer van equivalente emballage.

De aangifte om de goederen onder de regeling tijdelijke invoer te plaatsen kan gedaan worden met een douaneaangifte in de normale procedure, een vereenvoudigde aangifte of door inschrijving in de administratie van de aangever.

Vervallen werkwijze maritiem per 31-12-2020
Bij binnenbrengen van uit derde landen terugkerende lege emballage via zee wordt tot nu toe toegestaan dat deze wordt aangegeven met code ‘NP’. Door een ‘Melding Import Documentatie’ (MID melding) in te dienen met de aanduiding ‘ICT’, aangevuld met het Call Reference Number (CRN) van het inkomende schip, wordt aangegeven dat de emballage de douanestatus van Uniegoederen heeft en kan de zending zonder nadere formaliteiten worden weggevoerd.

Deze werkwijze is gebaseerd op de veronderstelling dat de terugkerende lege emballage automatisch haar status als Uniegoederen (terug)krijgt als zij, na tijdelijk het grondgebied van de Unie te hebben verlaten, terugkeert in dat grondgebied. Zoals aangegeven is dat niet het geval en moeten de goederen daadwerkelijk opnieuw in het vrije verkeer gebracht worden voordat zij weer de douanestatus van Uniegoederen krijgen. Dit geldt niet alleen voor lege emballage die na de Brexit vanuit het Verenigd Koninkrijk terugkeert naar de EU, maar voor alle uit derde landen terugkerende lege emballage.

De huidige wijze maritiem is na 31 -12 -2020 niet langer toegestaan. Door Douane Rotterdam Haven zullen bedrijven die nu gebruik maken van deze werkwijze rechtstreeks benaderd worden zodat deze tijdig stappen kunnen ondernemen.

Bijlage 1 – hoofdlijnen vereenvoudigde mondelinge aangifte
Ten aanzien van het proces binnenbrengen gelden de normale regels voor uit derde landen binnenkomende goederen. Net als voor alle andere goederen moet voor de terugkerende lege emballage een aangifte bij binnenkomst (ook wel Entry Summary Declaration – ENS) gedaan worden. Ook moet in de haven van lossing uit het binnenkomende vervoermiddel een aangifte voor tijdelijke opslag (ATO) gedaan worden. In de alinea’s hierna wordt in detail ingegaan op die zaken die specifiek van toepassing zijn bij de vereenvoudigde werkwijze

Binnenbrengen.
Het veld ’douanestatus’ in zowel de ENS als de ATO die voor de terugkerende lege emballage wordt ingediend, moet leeg gelaten worden. Hiermee wordt aangegeven dat het goederen met de niet-Unie status betreft

De cargadoor die van de vereenvoudiging gebruik wil maken, moet in het veld ’procesinformatie’ de code ’P’ vermelden. Hiermee geeft de cargadoor aan dat het gaat om lege terugkerende emballage die hij met de in de volgende paragraaf beschreven “mondelinge” aangifte voor het vrije verkeer wil aangeven.

“Mondelinge” aangifte in het vrije verkeer brengen met beroep op vrijstelling douanerecht.
Als de cargadoor lege terugkerende emballage met code ‘P’ opneemt in het veld ’procesinformatie’ van de ENS en ATO, dan moet de cargadoor zo vroeg mogelijk, maar uiterlijk 2 uur vóór de verwachte aankomst van een schip (ETA) de aangifte voor het vrije verkeer doen. Deze aangifte wordt gedaan door een e-mail naar de Douane van de terminal van aankomst te sturen

Deze e-mail wordt beschouwd als “mondelinge aangifte” in het vrije verkeer brengen. De cargadoor doet deze aangifte altijd in eigen naam en voor eigen rekening. De cargadoor is dus de aangever.

Deze e-mail (douane maakt hiervoor een verplicht te gebruiken model) wordt per binnenkomend schip verstuurd en bevat in ieder geval de volgende informatie:

  • Naam, CRN en ETA schip;
  • Zendingnummer, trailer/containernummer, aantal colli, goederenomschrijving en gewicht van alle zendingen die op de ATO zijn aangegeven met de procesinformatie ’P’.

De aangever (cargadoor) moet een kopie van deze e-mails op chronologische wijze gedurende 7 jaar in zijn administratie bewaren. Het is immers een douane aangifte.

De aangever wordt altijd en uiterlijk 1 uur voor ETA per e-mail door de Douane geïnformeerd over de zendingen die bij aankomst ter controle moeten worden aangeboden.

Let op: het gaat hier om controles met betrekking tot in het vrije verkeer brengen. Daarnaast is het mogelijk dat een zending voor controle wordt geselecteerd in het proces binnenbrengen (stopfunctie).

De aangever wordt ook één uur voor ETA geïnformeerd als geen zendingen geselecteerd zijn voor controle.

Vrijgave voor vertrek en zuiveren ATO.
Als de aangever 1 uur voor ETA schip nog geen controle-opdracht heeft ontvangen, mag hij de documentblokkade op de betreffende zendingen verwijderen in het terminalsysteem door middel van een MID melding met de code ’ICT’, gevolgd door het CRN van het betreffende schip. Hierna mogen deze zendingen zonder tussenkomst van de Douane van de terminal vertrekken.

Zodra de Douane haar werkzaamheden inzake de fysiek te controleren zendingen heeft afgerond, wordt de cargadoor hierover per e-mail geïnformeerd. De zendingen met procesinformatie ’P’ op de ATO, worden automatisch gezuiverd. Dit gebeurt echter pas op het moment dat een schip in de haven is aangekomen, de lege terugkerende emballage is aangebracht en (daarom) een ATA heeft gekregen, niet eerder.”

Fenex-expert